50 ‘ijkpunten’ van moderne Nederlandse kunstgeschiedenis te zien
16 januari 2019Vrijdag opent in museum De Fundatie in Zwolle de tentoonstelling Vrijheid – de vijftig ‘kernkunstwerken’ sinds 1968. De vijftig werken werden uitgekozen door gastconservator Hans den Hartog Jager. “Ik wil de kunstgeschiedenis herschrijven”, zegt hij.
Verslaggever Peer Ulijn kreeg een rondleiding en neemt je mee langs een paar highlights:
Het slootje is een meter breed en hoogstens vier meter lang, maar loopt met groene bermen en al door ingenieuze spiegelwerking voort tot oneindige verten. Het ruikt er ook naar sappig grasland. Samen zorgt de installatie Jump van Job Koelewijn uit 2005 voor een unieke beleving in een blauwe container achter het Zwolse museum.
Met een veelheid aan vormen, beelden en materialen geven de zalen van De Fundatie direct een sterke indruk van de ongekende variëteit die Den Hartog Jager van een halve eeuw aan nieuwe Nederlandse kunst heeft geselecteerd. Het is ná Cobra, na Fluxus, na Nul, de avant-garde geheel voorbij.
In de eerste kleine zaal hangt de enorme paddenstoelwolk, veroorzaakt door de atoombom die op Hiroshima neerkwam. In het wit van de wolk heeft piloot Paul Tibbets van de B-29 bommenwerper zijn handtekening en de datum gezet: 6 august 1945. Tibbets deelde de afbeelding uit als ansichtkaart. Gert Jan Kocken maakte in 2010 de uitvergroting, om te laten zien dat een van de grootse vernietigers van de twintigste eeuw zich ook als schepper zag.
In de grote zaal er tegenover valt La Pièce op, gemaakt door Ger van Elk in 1971. In dat jaar beschilderde hij een simpel beukenhouten blokje met witte muurverf, legde het op een roodfluwelen kussentje in een glazen vitrine. In de traditie van Chinese lakschilders schiep Van Elk zo een conceptueel minimum met een grote symboliek. Van Elk zei later: “Ik kan helemaal niet schilderen”.
Commentaar op de kunst
Zo leveren andere schilders ook hun eigen commentaar op hun kunst. Voor Roundabout A spande Kees de Goede zijn doek niet op spielatten, maar op ruwe takken en trok er met houtskool negen cirkels op. Zo maakte hij in 1982 zijn werk los van de traditionele basis en ophanging. Zo gaat het van verdieping tot verdieping door.
In 1975 liet Rob van Koningsbruggen de doeken het werk deels zelf doen, door ze eerst met rood, blauw en geel te bestrijken en ze daarna over elkaar heen te schuiven, waardoor de kleuren zich mengden tot groene en paarse vlakken.
Midden in de zaal valt de rossige muur op vol samengeperste kleifiguren. Het is Guido Geelens Zonder Titel R.K. 015, een uitdrukking van de fascinatie voor klei, maar ook een spel met de keramiektraditie.
Zo gaat het van verdieping tot verdieping door. Vrijheid is een samenkomst van allerindividueelste verbeelding. Maar is een betiteling als ‘Dé vijftig kernkunstwerken’ niet té canonachtig?
Hans den Hartog Jager zegt onomwonden: “Ik wil de kunstgeschiedenis herschrijven. Natuurlijk komen daar tegenreacties op. De mensen mogen ook boos worden. In de kern is het gewoon kijken. Voor mij zijn het ijkpunten in een weifelende tijd. Nee, er bestaan geen stromingen meer. De mensen geloven niet meer in dat soort collectiviteit. Het is wel van belang om over alle verschillen te praten. Daar word je in je hoofd rijker van.”
Geen Olaf
Toch aan Den Hartog Jager de vraag waarom sommige kunstenaars bij de tentoonstelling ontbreken. Fotograaf Erwin Olaf is er bijvoorbeeld niet bij. “Je moet een grens trekken. Er zijn tientallen kunstenaars die ik lief heb. Ik heb ook te maken met de beperkingen van de ruimte. Elke tentoonstelling is een keuze. Over die keuze wil ik praten. Ik zeg niet dat nummer 51 of nummer 81 niet goed zijn. Het is geen afwerend oordeel dat ik ze niet goed zou vinden. Erwin Olaf is een uitstekende kunstenaar. Hij zit er alleen niet in.”