Warmtenetten nog niet duurzaam, en wel duur
17 januari 2019In plaats van aardgas moeten er steeds meer zogenoemde warmtenetten komen in Nederland, zo staat in het voorlopige Klimaatakkoord. Maar bij de netten die er nu al zijn, stijgen de prijzen voor burgers en duurzaam zijn ze ook nog lang niet allemaal. De provincies willen daarom dat er meer sturing van de overheid komt op de totstandkoming van warmtenetten.
Op dit moment zijn volgens een inventarisatie van Natuur en Milieu al ongeveer 400.000 huizen in Nederland aangesloten op een warmtenet, zoals de vroegere ‘stadsverwarming’. Dit aantal moet in de komende tien jaar verdrievoudigen.
Daarom was het een belangrijk onderwerp van gesprek bij de totstandkoming van het Klimaatakkoord voor Nederland. Van de huizen die in 2030 van het gas af zijn, zal de helft naar verwachting zijn aangesloten op een warmtenet, zo staat in het akkoord.
Maar hoe groot de rol van warmtenetten in de toekomst ook moet worden, burgers die er nu al op zijn aangesloten beklagen zich over de stijgende prijzen. Ook is de bron van zo’n net nog lang niet altijd duurzaam.
Een bron die erg geschikt is voor een warmtenet is restwarmte van bedrijven. Maar hoewel daar al veel van beschikbaar is, verdwijnt die nu vaak in de lucht of het water.
“De overheid moet actief gaan investeren in de aanleg van de infrastructuur. Zodat daar waar de warmte nu weggegooid wordt, deze gebracht wordt naar huizen en kassen waar de warmte gebruikt kan worden”, zegt de Zuid-Hollandse gedeputeerde Han Weber. Weber heeft namens alle provincies meegepraat bij de voorbereiding van het Klimaatakkoord, aan de tafel Gebouwde Omgeving.
Hij noemt het een klassieke overheidstaak. “Zo hebben we het met ons gas- en elektriciteitsnet in het verleden ook gedaan. En het tweede is dat je dat in de wet goed moet reguleren. Om onze inwoners goed te beschermen zolang die markt nog niet volwassen is, want dat is hij nu nog niet.”
Han Weber denkt dat de ambitie van 50 procent niet te hoog is. “Als je het niet doet via collectieve warmte, dan moet je aan de gang met zoiets als een warmtepomp. En daarvoor moet je heel veel duurzame energie hebben, en daar is ook nogal wat discussie over. Hoeveel extra windmolens willen we en hoeveel zonneparken? Zo’n warmtenet is veel minder zichtbaar, dus daarom is het belangrijk om deze ambitie te hebben.”
Maar om de aanleg van de netten betaalbaar te houden, voor iedere Nederlander warmte te kunnen garanderen en investeerders zekerheid te bieden, moet die aanleg collectief geregeld worden, vinden de provincies. Een ander belangrijk aspect, zegt Weber, is solidariteit.
Mensen die vlak naast een bedrijf met restwarmte wonen zijn anders straks goedkoper uit dan mensen in een buitengebied die een dure warmtepomp moeten aanschaffen. Daarom vindt hij dat de kosten hoofdelijk moeten worden omgeslagen. “Zoals je dat met elektriciteit en gas vandaag de dag ook hebt. Als je in een buitengebied woont, betaal je nu net zoveel voor elektriciteit als wanneer je vlak naast een centrale woont.”
Een belangrijke bron van warmte is restwarmte in de industrie. Omdat er veel energie-intensieve bedrijven zijn in Nederland, is er ook veel restwarmte. Het is warmte die nu wordt weggegooid, zegt gedeputeerde Weber. “In de haven van Rotterdam alleen al wordt meer warmte weggegooid in lucht en water dan we in heel Zuid-Holland in al onze bedrijven en glastuinbouw gebruiken. Dat is heel extreem.”
Milieuorganisaties als Natuur en Milieu vinden dat bedrijven die restwarmte moeten gebruiken, en dat ze anders een heffing zouden moeten betalen. “Restwarmte is een hele goeie optie. Er is veel warmte die nu verloren gaat”, zegt directeur Marjolein Demmers. Het actief gebruiken van de restwarmte zou volgens haar een oplossing kunnen bieden voor het feit dat de huidige warmtenetten nu vaak niet duurzaam zijn.
“Als je nu op een warmtenet zit dat op gas gestookt wordt, of op kolen, dan is dat eigenlijk niet duurzaam. Maar dat willen we wel, daarom hebben we een klimaatakkoord gesloten.” In de zogenoemde Warmteatlas is in kaart gebracht op welke plekken en hoeveel restwarmte er in Nederland beschikbaar is.
Warmtenet duur
De prijs die een burger moet betalen voor warmte van een warmtenet is gekoppeld aan de gasprijs, staat in de wet. Deze koppeling is ooit bedacht om de consument te beschermen, om ervoor te zorgen dat de prijs niet nog verder zou stijgen. Maar nu die gasprijs stijgt, stijgt vaak ook de prijs van het warmtenet.
“Nu staat in de wet dat de warmte thuis niet duurder mag zijn dan van gas, dat is een waarborg dat mensen niet te veel betalen. Maar nu de gasprijs stijgt, en mogelijk van overheidswege duurder wordt gemaakt om alternatieven goedkoper en aantrekkelijker te maken, ligt het in de rede om die koppeling los te laten”, zegt gedeputeerde Weber.
Een ander belangrijk aspect is dat consumenten bij een warmtenet nu vastzitten aan één aanbieder. Ook dat moet veranderen, zeggen de provincies. De consument moet de vrijheid krijgen om te kiezen voor een leverancier, als het gaat om de bron van de warmte.
Zuid-Holland
In veel provincies bestaan plannen voor nieuwe warmtenetten. In Zuid-Holland wordt al jaren gepraat over een groot net, waardoor ook Den Haag en Leiden gebruik kunnen gaan maken van de warmte die in Rotterdam geproduceerd wordt.
Weber: “In diverse provincies liggen de plannen gereed. Hier in Zuid-Holland zijn we zelfs zo ver dat we dit jaar nog de besluiten willen nemen, moeten nemen, om te zorgen dat een belangrijk deel van de woningen in Den Haag en Leiden voorzien gaat worden van die restwarmte.”