Koning staat politiek buitenspel, maar is maatschappelijk actiever dan ooit
19 januari 2019“Dat het een jaar mag zijn waarin idealen waargemaakt worden. Op 2019!” Met die toast eindigde koning Willem-Alexander zijn toespraak bij de nieuwjaarsontvangst in het Paleis op de Dam, eerder deze week. Aan het begin van ieder jaar ontmoet de koning daar enkele honderden gasten die de Nederlandse samenleving vertegenwoordigen. Ook koningin Máxima, prinses Beatrix, prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven waren erbij.
De nieuwjaarsontvangst is de eerste van de ongeveer 250 publieke optredens, werkbezoeken in binnen- en buitenland en andere bezigheden die Willem-Alexander jaarlijks heeft. De koning lijkt maatschappelijk actiever dan ooit. Tegelijkertijd is de politieke inbreng van het staatshoofd steeds kleiner geworden.
Eind vorig jaar bracht de staatscommissie parlementair stelsel haar rapport (.pdf) uit met aanbevelingen over “democratie en rechtstaat in balans”. Daarin staat vrijwel niets over de rol van de koning, terwijl hij toch echt samen met de ministers de regering vormt. Hoe symbolisch tegenwoordig misschien ook, hij heeft wel degelijk een functie in onze rechtstaat. Reden genoeg om in het rapport van de commissie-Remkes (Johan Remkes is zelf oud-commissaris van de koning) wat woorden en gedachten te wijden aan het staatshoofd. Maar de Oranjes bleven buiten beeld.
De meest voor de hand liggende verklaring daarvoor is dat koning politiek grotendeels buitenspel staat. Zo heeft hij sinds 2012 geen rol meer bij de formatie van een nieuw kabinet. Dat bevalt prima, stelde onlangs de commissie-Bovend’Eert die het verloop van de vorming van het derde kabinet Rutte evalueerde. Tijdens de extreem lange formatie hield de Tweede Kamer volgens de commissie steeds het initiatief. De koning werd niet gemist.
Tegelijkertijd wil de commissie dat de rechtsstaat weerbaarder wordt. Lageropgeleiden moeten meer betrokken raken. En dus zou het niet onlogisch geweest zijn de rol van de koning juist wél onder de loep te nemen. Verbinden is immers één van zijn belangrijkste functies, ook in de kloof tussen hoger- en lageropgeleiden.
Ertoe blijven doen
De koning bemoeit zich niet meer met de formatie, maar zoekt steeds nadrukkelijker naar een maatschappelijke rol. Hij moet er natuurlijk wel voor zorgen dat hij ertoe blijft doen. In 1993 zei Willem-Alexander in een interview de formatie een belangrijke functie voor de koning te vinden. Aan de vooravond van zijn inhuldiging, toen die taak al geschrapt was, zei hij dat hij ook zonder een formele rol in de formatie een inhoudelijk koningschap kan hebben. Dat “inhoudelijke koningschap” vult hij naar eigen zeggen in door zelf te bepalen “wélke lintjes hij knipt”.
Dat is terug te zien in de werkbezoeken die Willem-Alexander aflegt. Sinds zijn aantreden heeft een deel daarvan een vast thema. Zo besteedde hij eerder in een serie bezoeken aandacht aan de manier “waarop mensen met verschillende achtergronden zich thuis voelen in de wijk”. De afgelopen tijd besteedt de koning extra aandacht aan burgerinitiatieven en coöperaties.
Voordelen
Dat de koning politiek minder betekenis heeft gekregen heeft voor hem ook voordelen: mensen hebben sneller negatieve associaties met politiek dan met de sociale thema’s waar hij zich nu mee bezig houdt. Dat hij buiten beeld blijft bij politiek geruzie, versterkt zijn verbindende functie.
En dat was dan ook precies wat Willem-Alexander afgelopen dinsdag deed. Hij hield zijn publiek voor dat zij over hun eigen idealen voor 2019 slechts één zekerheid hebben. Namelijk dat zij anderen nodig hebben die te realiseren.