De ‘missing link’ van de fotografie: amateurfoto’s van 100 jaar oud
15 februari 2019Een babykiekje, een snapshot van een uitje, een familieportret, zelfs een selfie in de spiegel. De foto’s zijn dan ruim honderd jaar oud, ze zijn opvallend onopvallend van stijl. Op de tentoonstelling Iedereen fotografeert in het Rijksmuseum is te zien hoe in het fin de siècle de fotografie uit zijn keurslijf ontsnapte: van plechtig geposeerde portretten naar de voor ons meer vertrouwde spontaniteit.
“Je kunt zeggen dat op dat moment het dagelijks leven in de fotografie kwam”, zegt Mattie Boom. Ze promoveerde op de invloed van amateurfotografen rond de vorige eeuwwisseling. “Als je in de beginperiode een foto van jezelf wilde, ging je poseren in een studio. Een stadsgezicht of een landschap kocht je ook bij de fotograaf. Maar nu kon men ineens zelf foto’s gaan maken in de nabije omgeving. Je legde je dierbaren vast, uitstapjes, dat soort dingen.”
“Het was echt een missing link. We weten veel over de vroege fotografie en over de belangrijke namen van de 20ste eeuw, Weston, Capa, Van der Elsken. Maar naar deze rare tussenperiode had nog niemand onderzoek gedaan.”
Technologische ontwikkelingen maakten de waterscheiding mogelijk. In vijftig jaar tijd was fotografie van gecompliceerde camera’s en omslachtig gedoe met chemicaliën naar fototoestellen en filmrolletjes gegaan. “Eerst moest je altijd een donkere kamer bij je hebben, maar nu werd de technologie toegankelijker. Dat betekende vrijheid. Men hoefde alleen nog maar op een knopje te drukken.”
Kodak-album
Een van de vroegste voorbeelden daarvan op de tentoonstelling is het oudste Nederlandse album gemaakt met de revolutionaire Kodak-camera, uit 1889. Het werd in 1973 gevonden op de Waterlooplein-rommelmarkt, maar recentelijk door Boom van de anonimiteit gered. Het bleken kiekjes van de familie van Willem Frederik Piek te zijn, een industrieel die de camera op reis in de VS had opgepikt.
Kodak was handig ingesprongen op die nieuwe markt. “Ze appelleerden vooral aan jonge vrouwen en meisjes. Het werd fancy om een Kodak op je tafeltje te hebben liggen, om je leven mee vast te leggen, en later de kinderen die je kreeg. Daar adverteerde het bedrijf mee.”
Wilhelmina
Een van die jonge dames was koningin Wilhelmina, die als twintiger door het hele land niet onverdienstelijk foto’s maakte. “Je ziet dat ze echt lange wandelingen maakte, van de biblebelt tot de Noordzee, met verschillende camera’s om haar nek. Ze beschouwde dat als haar artistieke werk, ze exposeerde ook in Berlijn en het Stedelijk Museum.”
Wilhelmina bewoog zo tussen twee werelden. Aan de ene kant waren er de kunstenaars die de fotografie op de schilderkunst wilden enten door genres als landschappen, zeegezichten en stillevens na te apen. Aan de andere kant ontstonden een nieuwe uitingen, waar de nadruk lag op het vluchtige moment.
Geholpen door betere film en snellere camera’s raakte men gefascineerd met het vastleggen van beweging. Uit het Piek-album kwam het beeldmerk van de tentoonstelling: de foto van springende jongens bevroren in de eeuwigheid. “Je ziet van alles ontstaan door die mensen die lak hadden aan traditie en conventie.”
Boom ziet parallellen met de huidige tijd. Ook nu is de beeldcultuur in een stroomversnelling geraakt door de voortschrijdende technologie. Iedereen heeft een telefoon met camera op zak en via internet raken die beelden sneller dan ooit verspreid, in een veelvoud van nieuwe vormen.
“We zijn veel minder talig gaan communiceren, veel meer met beelden. Als je via WhatsApp een foto verstuurt, is meteen duidelijk waar je bent. Zo gaat het nu.”
Gevolg is wel dat foto’s nog terloopser zijn geworden. Het Piek-album kwam na twee generaties liefdeloos bij een opkoper terecht, omdat niemand meer een connectie had met de mensen die waren afgebeeld. Onze foto’s vervliegen al kort na publicatie online.
Geen album, maar pc
Voor de familie Piek was de keuze snel gemaakt: zij bewaarden alles. In het album zijn onscherpe foto’s, dubbele belichtingen, herhalingen en afgesneden beelden gewoon ingeplakt. “Wat men in het envelopje met afdrukken vond, werd gewoon ingeplakt.”
Wij zullen scherper moeten kiezen om niet overspoeld te raken, waarschuwt Boom. “Vroeger zei men altijd eerst het fotoalbum te zullen redden uit een brandend huis, maar nu wordt er niet meer nagedacht over wat we met alle die foto’s willen doen. Het komt op je pc terecht en als die het begeeft, ben je alles kwijt. Je moet nadenken over wat je van belang vindt en wat niet.”