Mannen domineren provinciale kandidatenlijsten, gelijkheid nog ver weg

15 februari 2019 Uit Door admin

Hoewel veel partijen zeggen een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen belangrijk te vinden, is daar in de praktijk nog weinig van te merken. Net als vier jaar geleden staan op de kandidatenlijsten voor de Provinciale Statenverkiezingen op 20 maart vooral mannen; 32 procent van de kandidaten is vrouw. Dat blijkt uit een analyse van alle provinciale kieslijsten door de NOS en nieuwsdienst LocalFocus.

De Partij voor de Dieren is opnieuw de enige partij waar vrouwen in de meerderheid zijn (53 procent). GroenLinks (41 procent) en SP (39 procent) staan op de lijst van partijen met de meeste verkiesbare vrouwen op de tweede en derde plek. Onderaan de lijst staan naast de SGP (geen enkele vrouw) ook de PVV (17 procent) en 50Plus (22 procent). De rest van de partijen zitten allemaal rond het gemiddelde.

Ten opzichte van vier jaar geleden is er wel een minieme toename van het percentage vrouwen, van 30 naar 32 procent. De grootste stijging is te zien bij het CDA, de VVD en de ChristenUnie. Deze partijen scoorden vier jaar geleden nog onder het gemiddelde, maar verschillen inmiddels niet meer van partijen als D66 en de PvdA.

Forum voor Democratie heeft op de kieslijsten geen geslacht en voornamen vermeld, waardoor het percentage vrouwen niet te achterhalen is. Bij de gemeenteraadsverkiezingen deed de partij dat nog wel: toen was het percentage vrouwen onder de 20 procent.

Van alle lijsttrekkers is het percentage vrouwen nog lager: een kwart van de lijsttrekkers is vrouw. De PVV heeft in alle provincies één vrouwelijke lijsttrekker, het CDA en de ChristenUnie elk twee.

Tussen provincies zijn weinig verschillen te zien. In Noord- en Zuid Holland hebben in verhouding de meeste vrouwen zich kandidaat gesteld. Respectievelijk 36 en 35 procent van de kandidaten is daar vrouw. Met 28 procent heeft Overijssel de minste vrouwelijke kandidaten.

De kandidaten komen bovengemiddeld vaak van het platteland, zo blijkt uit de analyse. 54 procent van alle Nederlanders woont in dichtbevolkt stedelijk gebied. Bij de kandidaten voor de provinciale staten is dat maar 43 procent. 40 procent van de kandidaten woont in een gebied dat niet of weinig stedelijk is, terwijl dat bij alle Nederlanders 30 procent is.