Problemen met grondwater na droge zomer, maar er is veel geleerd
16 februari 2019De waterschappen in ons land hebben veel geleerd van de lange droogteperiode van vorig jaar. Ze hebben draaiboeken aangepast, houden meer water vast, stellen het beleid van schutten waar nodig bij, ontwikkelen maatregelen tegen verzilting, denken na over meer communicatie met burgers en boeren en uiteraard wordt er volop geëvalueerd. Dat blijkt allemaal uit een rondvraag van de NOS onder alle 21 Nederlandse waterschappen.
Een half jaar na de grote droogteperiode is de situatie in een aantal waterschappen nog steeds niet helemaal als voorheen. Met de dijken gaat het goed, maar vooral het grondwaterpeil geeft hier en daar nog reden tot zorg.
Scheuren
Verrassend is dat de meeste scheuren die door de droogte zijn ontstaan, vanzelf weer zijn dichtgetrokken, zo geven waterschappen aan. Dat wijst erop dat de dijken meer kunnen hebben dan werd gedacht.
Dat is bijvoorbeeld het geval in Friesland, waar bestuurder Jan van Weperen van het Wetterskip Fryslân ons rondleidt. “We kunnen constateren dat de dijken zich heel goed hebben hersteld. In de droogteperiode hebben we de dijken drie keer gecontroleerd. Daar waar scheuren zaten hebben we het extra in de gaten gehouden en zo nodig wat maatregelen genomen. Na de droogteperiode bleek dat de scheuren die we hadden waargenomen heel mooi en heel goed zijn hersteld. Het herstellend vermogen van de dijken is groot”.
Kleikisten
In Zeeland en Noord-Holland zijn op dit moment weliswaar nog niet alle scheuren dicht, maar ze zijn duidelijk wel kleiner geworden. In Noord-Holland heeft het waterschap op vijf plekken zogeheten kleikisten geplaatst.
Daarbij wordt een scheur uitgegraven tot een sleuf van een meter breed en twee meter diep over een lengte van vijftien tot twintig meter, die vervolgens wordt opgevuld met verse vette klei. In Noord-Brabant is voor kleinere scheuren voor het eerst gebruik gemaakt van zwelklei: korreltjes die vocht opnemen en dan uitzetten.
Ook verdorde graszoden zijn grotendeels hersteld, al was het hier en daar wel nodig om gras bij te zaaien. Ook het niveau van het oppervlaktewater is weer normaal. Boeren zien overigens nog wel steeds de gevolgen. In Friesland treffen we vader en zoon Witteveen: “Door het beregeningsverbod van vorige zomer staat er nu heel veel onkruid, waar eerst een goede grasmaat lag. Waarschijnlijk moeten we doorzaaien of omploegen. En dat kost ons geld.”
De gevolgen van de droogteperiode zijn nog het meest merkbaar bij het grondwaterpeil. Dit speelt vooral in de provincies met zandgronden. In verschillende gebieden staat het grondwater nog steeds enkele tientallen centimeters onder de gewenste hoogte.
De oplossing wordt gezocht in het langer vasthouden van (regen-)water in het gebied: door de stuwen hoog te laten staan wordt water minder snel afgevoerd en krijgt het langer de tijd om in de bodem door te dringen. Het streven is om het hogere zomerpeil aan te houden.
Van Weperen van Wetterskip Fryslân: “Meestal ben je in de winter bezig met lage peilen. Dan moet het water uit de polder, want het neerslagoverschot is altijd het sterkst in de winter. Nu, in februari 2019, hebben we nog een neerslagtekort. We bevinden ons best wel in een bijzondere situatie.”
Verschillende waterschappen, onder andere in Brabant en Limburg, hebben boeren gevraagd om slootjes en duikers af te dammen met planken. In Twente en Drenthe is veel langer dan normaal extra water aangevoerd vanuit de IJssel en het IJsselmeer. Gewoonlijk houdt dat eind september op, nu liep het tot eind van het jaar.
En nu?
Het waterschap in Friesland werkt aan een berekeningsmethode om in een volgende droogteperiode een beter beeld te hebben waar welke agrarische producten geteeld worden en welke waterbehoefte daarmee samenhangt.
Ook wordt gekeken waar kwetsbare natuur blijvend moet worden voorzien van water. Het doel is om zo regionaal en landelijk betere keuzes te kunnen maken bij dreigende waterschaarste of watertekorten.
Landelijk zijn er overigens flinke verschillen. Het Zeeuwse waterschap Scheldestromen spreekt van een reële dreiging dat de droogte doorwerkt in het komende groeiseizoen, omdat ook de winter relatief droog verloopt. Waterschap Zuiderzeeland verwacht dat het grondwaterpeil pas in april weer normaal is.
Hoogheemraadschap Delfland rapporteert daarentegen dat alles alweer normaal is, maar kondigt wel aan dat het dit jaar aan de slag gaat met een digitale tool om preciezer te kunnen meten waar zich neerslagtekorten voordoen.
Ook wil het meer gebruik maken van drones om het gebied te inspecteren. Want, zo schrijft Delfland, “De ervaring van afgelopen jaren leert dat wij welke zomer voorbereid moeten zijn op droge periodes”.
Veel meer nagedacht
Minister Van Nieuwenhuizen (VVD, Infrastructuur en Waterstaat), die afgelopen week op bezoek was in Friesland, zegt dat Nederland nog niet klaar is voor een nieuwe periode van langdurige droogte. De door haar ingerichte Overlegtafel Droogte adviseert haar daarover. “Ik wil bijvoorbeeld weten hoe we strategisch met het grondwater moeten omgaan; tot hoever kun je het gebruiken in de verschillende gebieden. We zien nu dat er al veel meer wordt nagedacht over hoe we water op de beste manier kunnen vasthouden”, aldus de minister.