Stoffelijk overschot honderden vermoorde Joden opgegraven in Wit-Rusland

Het stoffelijk overschot van honderden in de Tweede Wereldoorlog vermoorde Joden is opgegraven uit een massagraf in Wit-Rusland. Het massagraf werd vorige maand per toeval ontdekt in het centrum van Brest, vlak bij de grens met Polen waar de stad voor de oorlog toe behoorde.

Het graf ligt in een buurt waar in de oorlog duizenden Joden in een getto werden vastgehouden door de nazi’s. Van december 1941 tot oktober 1942 was het massagraf onderdeel van het getto in Brest.

Bouwvakkers vonden de menselijke resten bij graafwerkzaamheden voor een nieuw appartementencomplex.

Militairen graven de resten stuk voor stuk met de hand uit:

Een militair die de operatie leidt, zegt dat er tot nu toe 730 lichamen zijn opgegraven. Hij zei niet te weten hoeveel er nog liggen. “Mogelijk gaat het graf verder onder de weg. We moeten de asfaltweg openbreken, dan weten we het.” Volgens de militair lijkt het erop dat de mannen, vrouwen en kinderen met kogels zijn geëxecuteerd.

Wit-Russische autoriteiten willen de menselijke resten in een ceremonie herbegraven op een begraafplaats in het noorden van de stad. “We willen er zeker van zijn dat er geen massagraven meer zijn hier”, aldus een lokale functionaris.

De schattingen over het aantal omgekomen mensen onder het nazibewind in het huidige Wit-Rusland lopen sterk uiteen. Vermoedelijk vermoordden de nazi’s tussen de twee en drie miljoen burgers in Wit-Rusland, onder wie 800.000 Joden. Zij werden voornamelijk door doodseskaders geëxecuteerd.