OM eist 5 jaar celstraf tegen verdachte ongeluk Anna Paulowna
27 februari 2019Het Openbaar Ministerie eist een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf jaar en vijf jaar ontzegging van de rijbevoegdheid tegen Siem B. Hij is verdachte van het dodelijke ongeluk vorig jaar in Anna Paulowna. Daarbij kwamen drie tieners bij het leven.
Voor de officier van justitie is het duidelijk dat de 20-jarige achter het stuur van de auto zat die met hoge snelheid een lantaarnpaal raakte. Niemand droeg een gordel, waardoor een aantal inzittenden de auto uit geslingerd werden.
In het bloed van de verdachte werd alcohol en wiet aangetroffen. B. heeft drie keer de toegestane hoeveelheid gedronken. Volgens een getuige moet hij vlak voor het ongeluk 120 kilometer per uur hebben gereden op een weg waar 50 toegestaan was.
Volgens het OM heeft de verdachte tijdens het proces weinig berouw getoond, en is het daarom duidelijk dat hij de verantwoordelijkheid voor het dodelijke ongeluk niet wil nemen. In de strafeis wordt het strafblad van B. meegenomen. In 2015 veroorzaakte hij ook ongeluk en is toen doorgereden.
Nabestaanden kregen het woord
Voorafgaand aan de strafeis kregen nabestaanden van de drie slachtoffers én de verdachte het woord. Ze reageerden geëmotioneerd op het verlies van hun kinderen.
“Gisteren was mijn verjaardag, een verjaardag zonder Seph”, zei de moeder van de jongen die op 15-jarige leeftijd overleed. “Hij had zin in alles. In school, stage, het leven en groter worden, want hij was nog een puppy.” Tegen de verdachte zegt ze dat ze hem pijn zou willen doen. “Ik zou je nagels uit willen trekken, maar dat heeft geen zin.”
Gebiedsverbod
Het dodelijke ongeluk heeft in Anna Paulowna veel los gemaakt. B. woont inmiddels bij zijn oom en tante in een ander deel van het land, omdat hij zich volgens zijn advocaat bedreigd voelde. Hij zat na het ongeluk drie maanden vast, maar mocht de strafzaak in vrijheid afwachten. Wel heeft hij een gebiedsverbod voor Anna Paulowna. De stiefvader van Seph hoopt dat B. nu flink gestraft wordt voor zijn daden. “En dat hij er ook zijn hele leven last van houdt.”
De moeder van de 16-jarige Roy vertelde in de rechtszaal hoe ze de avond van het ongeluk meemaakte. “Ik zag een laken, met daaronder uitgestoken de schoenen van Roy. Is dat mijn kind, mijn kleine jongen? Ik keek naar de auto, naar het wrak. Hoe kon mijn jongen van 1,97 meter lang daar nou uitvliegen? Opeens moest ik dingen gaan regelen die ik niet hoor te doen.”
Over de verdachte was ze duidelijk. “Siem, dit heb jij veroorzaakt. Maal drie. Als je onder deze omstandigheden een auto bestuurt ben je roekeloos.” Ze vindt bovendien dat hij niet genoeg aan de slachtoffers denkt. “Je denkt alleen aan jezelf. Je hebt geen enkel woord over voor ons. Je leert hier niets van.”
Reanimeren
De vader van Roy liet zijn verklaring voorlezen door een medewerker van Slachtofferhulp. “Ik zag je die avond met een slang in je mond en overal injectiespuiten. Ik moedigde je aan, maar niet veel later stopten ze met reanimeren. Ik boog over je heen, gaf een zoen op je voorhoofd. Mama ging naast je zitten en streelde je door je haar, dat vond je altijd zo fijn.”
De vader van Colin vertelde dat ze die avond in de achtertuin zaten toen ze de klap hoorden, en al snel ter plekke waren. “Toen moest ik handelen naar mijn kunnen. Met zoveel bloedverlies je eigen kind reanimeren, dat beeld zal nooit meer van netvlies gaan. Onze wereld is compleet ingestort.” Hij vertelt dat hij toen Colin 4 was om medische redenen thuis kwam te zitten. “Daardoor was ik altijd bij hem. Nooit weken we van elkaars zijde. Hij was 16 jaar lang mijn beste maatje.”
Hij betwijfelt of hij ooit nog van het leven kan genieten. “De levenslust is er uitgeslagen. Ik wil heel graag bij je zijn, Colin, maar ik heb hier nog een gezin waar ik bij moet zijn.”
De rechter sprak ook nog met verdachte Siem B. “Ik vind het onwijs moeilijk om te spreken”, zei hij. “Ik vind het knap dat zij dat wel zo doen. Als ik de tijd terug kon draaien, zou ik dat doen.” B. zei dat helemaal kapot is door het ongeluk. “Ik sta er mee op en ga er mee naar bed.” Hij werkt nu fulltime als magazijnmedewerker. Die dagbesteding helpt hem.
Sinds hij op vrije voeten heeft hij één gesprek gehad met een psychologe, omdat het niet sneller kon. “Maar ik heb verdere hulp nodig, dat is duidelijk.” Ook verder contact met de nabestaanden vindt hij lastig. “Het liefst zou ik ze een brief willen sturen, maar over de inhoud moet ik goed nadenken.”
Van de toekomst heeft hij nu nog geen beeld. Verder dan vandaag heeft de verdachte niet gekeken.